We weten allemaal dat bewegen goed voor ons is.
De beweegrichtlijnen van het Kenniscentrum Sport geven aan hoeveel beweging voldoende is en is omschreven in de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB)
De Nederlandse Norm Gezond Bewegen is in 1998 opgesteld door de universiteiten van Amsterdam (VU), Maastricht, Groningen en Utrecht, en het RIVM, TNO en de sportkoepel NOC*NSF. De norm is vooral gericht op het onderhouden van gezondheid en is verschillend voor jongeren, volwassenen en ouderen. Ook al staat hij bekend als Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB), in de praktijk is het ook een internationale norm voor gezond bewegen.
De Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) bestaat uit verschillende normen voor jongeren (4 tot 18 jaar), volwassenen en ouderen (55-plus).
Volwassenen voldoen aan de NNGB als zij op minimaal vijf dagen per week minstens een half uur matig intensief lichamelijke actief zijn (stevig doorlopen, fietsen of tuinieren).
Voor ouderen ligt de intensiteit lager, zij voldoen aan de NNGB als zij op minimaal vijf dagen per week een half uur matig intensief bewegen (wandelen of fietsen).
De norm is het hoogst voor jongeren; zij moeten minimaal één uur matig lichamelijk actief zijn (lopen, fietsen, spelen), waarbij minimaal twee keer per week kracht-, lenigheid- en coördinatie oefeningen voor het verbeteren of handhaven van de lichamelijke fitheid (gymles, sport).
Mogelijk is deze beweegnorm voor jou te simpel, te zwaar of past juist prima en is dus haalbaar.
Ervaring leert dat bewegen en het behalen van de norm goed gaat op de dagen dat men zich goed voelt, maar versloft veelal op de dagen dat men zich minder goed voelt. Het zijn de dagen waarin ze zich minder voelen die leiden tot uitstel en vervolgens mogelijk tot afstel.
Leer luisteren naar wat je lichaam aangeeft en stem je belasting af op de belastbaarheid van het moment. Belangrijk is wel dat men iets doet. Als de belasting te hoog zou zijn, dan haken mensen af. Daarom is het belangrijk om de belasting aan te passen. Kan je meer, doe je meer.
Centraal staat hierbij de schaalvraag, hoe sterk voel je je vandaag?
Op een schaal van 1 tot 10, waarbij 10 de hoogste score is alsof je het gevoel hebt dat je de wereld aan kan.
De scores verdelen we voor het gemak in drie segmenten, namelijk;
- super (8-10) => Volledig voor gaan en zelfs meer doen en nieuwe dingen proberen dan de norm!
- sterk (5-7) => Volhouden en gelijk houden aan de norm.
- zwak ( De beweegactiviteit iets terugschroeven maar DOE IETS
Opdracht: Probeer voor de komende twee weken een hoe voel ik mij beweegnorm dagboek bij te houden.
Je noteert smorgens na het opstaan hoe je je voelt super, sterk of zwak en aan het einde van de dag voordat je gaat slapen of je die dag de beweegnorm hebt gehaald zoals hierboven beschreven.
Doe dit voor elke dag van de week gedurende twee weken op basis van de tabel zoals weergegeven in bijgaand plaatje.
Door deze opdracht leer je goed naar jezelf te luisteren en daarbij hoe je je voelt en op basis hiervan je beweegactiviteit aan te passen.
Veel succes!